Katten zijn vleeseters, dat kun je bijvoorbeeld zien aan hun gebit, maar van binnen zijn maag en darmen hier ook op ingesteld. Dit betekent dat veel andere stoffen (granen, aardappel, suiker, etc) niet bruikbaar zijn voor de kat en niet of slecht verteerd worden. Deze afvalstoffen komen als stinkende poep ongebruikt, in de kattenbak. Ook moet een kat dus veel meer eten voor hij verzadigd is van voer waar hij minder voedingsstoffen uit kan halen.
Een wilde katachtige zou alleen vlees eten. Zelfs de maagjes van zijn prooien (waar onverteerde granen etc in zitten) laten ze vaak liggen.
De keuze in natvoer is groot: er zijn grote en kleine blikken, zakjes en kuipjes en ook nog eens allerhande smaken en merken. Er is verschil in kwaliteit: wanneer u natvoer koopt, kunt u het vleespercentage en de toevoegingen op de ingrediëntenlijst bekijken. Het vochtpercentage in natvoer is hoog, voor een kat is dat belangrijk, omdat een kat van nature een slechte waterdrinker is. Veel vocht helpt o.a. blaasgruis voorkomen.
Voor alle voer geldt, dat overstappen op ander voer een risico is, wanneer uw kat gezondheidsproblemen heeft, overleg hierover met uw dierenarts. Daarnaast moet u natuurlijk ook naar de smaak van uw kat kijken. U kunt hem/haar met alle geweld een bepaalde brok of stuk vlees voor willen zetten, maar aan een hongerstaking heeft u niets. Als uw kat niets eet, is de kans op leververvetting groot.. Dit is zeer gevaarlijk voor de gezondheid van uw kat. Wanneer u het nieuwe voer mengt met het oude voer is de kans groter dat uw kat het nieuwe voer accepteert. U mengt de eerste dag 75 % van het oude voer en 25 % van het nieuwe voer, pas als dit enkele dagen goed gegeten wordt kunt u overgaan naar de verhouding 50% – 50% en vervolgens naar 25% – 75% en 0% – 100%. Ook de kans op maag-darmklachten bij verandering van voer neemt af, als u het mengt.
* Dit artikel is bedoeld om informatie te geven, het vervangt niet de dierenarts.
* Reageren op dit onderwerp kan op de facebookpagina van Kattendomein.