Katten kunnen op verschillende manieren besmet raken met wormen. Een besmetting wordt vaak opgelopen op plaatsen waar andere dieren hun behoefte gedaan hebben, of via de moedermelk, door het eten van rauw vlees of door het eten van prooidieren. Jonge dieren zijn extra gevoelig voor een worminfectie, omdat hun afweersysteem nog niet goed ontwikkeld is. Volwassen wormen produceren grote hoeveelheden wormeieren. Katten zijn schone dieren, dus likken hun pootjes en anus schoon na het begraven van hun uitwerpselen, waardoor ze zichzelf steeds opnieuw besmetten. Via de kattenbak en voorwerpen in de omgeving kunnen ook andere katten besmet worden. Ook mensen die met de eitjes in aanraking komen, zouden ze kunnen verspreiden. Infecties kunt u herkennen aan: braken, diarree of verstopping, een opgezwollen buik, vermagering, een doffe vacht, met zitvlak over de grond schuren, bijten en likken aan de anus en een verminderde weerstand tegen andere ziekten. Wormeitjes zijn met het blote oog niet zichtbaar, wel in de ontlasting onder een microscoop door de dierenarts. Bij een heftige infectie zijn de wormen in de ontlasting te zien of worden zelfs uitgebraakt. Om uw kat tegen wormen te beschermen kunt u hem regelmatig ontwormen of de ontlasting laten controleren alvorens onnodig te ontwormen. Het is verstandig om ontlasting van drie dagen te laten onderzoeken, als er één monster onderzocht wordt zouden daar geen eitjes in kunnen zitten en in een volgend monster wel. Koop het middel om uw kat te ontwormen bij een dierenarts en niet op internet of in een dierenwinkel of andere winkel, dit omdat er daar regelmatig voor katten gevaarlijke middelen verkocht worden. Als een kat veel wormen heeft is het niet verstandig om na 2x in 2 weken ontwormen al over te gaan naar 1x in 3 maanden. Als er meerdere katten in een huis wonen, moeten ze allemaal ontwormd worden, ook al lijken de andere katten geen wormen te hebben. Het is ook belangrijk om de omgeving te ontsmetten: was kleedjes, kussens enz. op 60 graden als dat kan, anders op 40 graden. Stofzuig de vloer goed, vooral ook langs de plinten en dweil indien mogelijk. Een krabpaal kun je met een harde borstel schrobben en daarna ook goed stofzuigen Overleg met uw dierenarts wat voor uw kat (ten) het beste advies is.
Spoelwormen
Eén van de soorten ronde wormen is de spoelworm. Kattenspoelwormen hebben een geelwitte tot roze kleur en zijn 5 tot 10 cm lang, ze leven in de darmen van de kat. Na 6 weken kunnen er volwassen wormen in de darmen van uw kat aanwezig zijn.
Haakwormen
Haakwormen zijn ook ronde wormen, die meestal door de huid van de kat naar binnendringen en via de bloedbaan de darmen bereiken. Katten kunnen ook besmet raken door het eten van besmette prooidieren. Na 18–23 dagen zullen er zich volwassen haakwormen in de darmen bevinden. Een haakworm is 1 tot 1,5 cm lang.
Lintwormen
Lintwormen leven ook in de darmen van uw kat. Afhankelijk van de soort kunnen zij enkele millimeters tot enkele meters lang zijn. Zij hebben een platte lintvormige vorm en bestaan uit een kop, een hals en een groot aantal schakels. De laatste schakels zijn de rijpe schakels die u terugvindt in de ontlasting van uw kat, ze zijn gevuld met tientallen eitjes. De lintwormschakels worden door een tussengastheer opgenomen. Bij deze tussengastheer, meestal een vlo, ontwikkelen deze eitjes zich tot lintwormlarven. Uit deze larven ontwikkelen zich volwassen lintwormen in de darmen van de kat. De kat is dan eindgastheer.
Longwormen
De besmetting met deze wormen kan vooral ontstaan wanneer uw kat slakken of kikkers eet, maar ook andere prooidieren kunnen uw kat besmetten. De symptomen lijken op de symptomen van astma en bronchitis; hoesten en benauwd zijn. Om de besmetting te vinden is een ontlastingsonderzoek noodzakelijk.
* Dit artikel is bedoeld om informatie te geven, het vervangt niet de dierenarts.
* Reageren kan op de facebookpagina van Kattendomein.