Veel dierenartsen adviseren om een kitten te enten wanneer het 9 en 12 weken oud is en wanneer het kitten een jaar is. Daarna zijn de meningen over het herhalingsschema en waartegen te vaccineren verdeeld.
Vaccineren wel of niet en wanneer
Wanneer uw kat naar een show gaat, een kattenopvang, of het buitenland zijn entingen verplicht en de geldigheidsduur daarvan mag niet verstreken zijn. Als u uw kat goed wilt beschermen in het buitenland, kan het zijn dat er meer nodig is dan enten. Het is daarom verstandig om ruim voor vertrek naar het buitenland, contact op te nemen met uw dierenarts.
Kittens worden vaak geënt als ze 9 weken oud zijn en vervolgens 3 of 4 weken later nog een keer (boosteren). Sommige dierenartsen enten een kitten 1x als het 12 weken oud is, echter 2x enten heeft de voorkeur bij de meeste dierenartsen, omdat het kitten dan beter beschermd is. Daarna worden ze geënt als ze een jaar oud zijn, als de kat vervolgens elk jaar geënt wordt, is een herhaling na 3 weken niet nodig.
Bij oudere katten werkt het immuunsysteem minder goed, het kan daarom zinvol zijn om hen te vaccineren, maar hun immuunsysteem niet overmatig te belasten met vaccinaties die niet nodig zijn.
Ondanks goed vaccineren, kan een kat toch besmet raken en ziek worden o.a. als de weerstand op dat moment verminderd is, of er veel virussen en bacteriën aanwezig zijn. De ziekte komt dan in mildere vorm voor en uw kat zal dan meestal, eventueel met ondersteuning van medicatie, goed te behandelen zijn.
Wat soms gezien wordt na een enting is een bult op de plaats van de injecteren en een enkele keer blijkt een kat allergisch te zijn voor de entstof en is daarvoor een bezoek aan de dierenarts noodzakelijk, ernstige bijwerkingen komen zelden voor. Neem bij twijfel altijd direct contact op met uw dierenarts.
Wanneer uw kat tijdelijk ziek is, is het aan te raden om het enten uit te stellen. Bij een chronische ziekte (die stabiel is), kan een kat meestal wel geënt worden, maar overleg hierover met uw dierenarts.
Enten met een dood of verzwakt levend virus
Een dierenarts kan vaccineren met een dood of levend verzwakt virus.
Een levend verzwakt virus vermenigvuldigt zich in het lichaam, waardoor de reactie van het immuunsysteem effectiever zou zijn en daarmee een langere bescherming zou geven dan een dood virus. Uw kat kan hier een korte tijd enigszins ziek van zijn.
Dood virus materiaal vermenigvuldigt zich niet, het maakt de kat ook niet ziek. Het virus wordt bereid door vermeerdering van het virus gevolgd door een behandeling die alle virussen doodt. Tenslotte wordt er een afweerprikkelende stof en conserveermiddel aan toegevoegd, middelen die volgens sommige mensen ongezond zouden zijn.
De meeste dierenartsen enten met een verzwakt, levend virus.
Verschillende ziekten, waartegen geënt kan worden:
Niesziekte
Je spreekt over een niesziektecomplex, omdat meerdere virussen een rol kunnen spelen. Een breed scala aan symptomen is mogelijk: sloom zijn, niezen, oogontsteking, speekselen, ooguitvloeiing, snotneus, zweertjes in de bek, hoesten, longontsteking en kreupelheid. Het virus wordt door niezende katten verspreid en belandt met de druppeltjes vocht in de lucht. Met name op plekken waar veel katten bij elkaar komen, verspreidt niesziekte zich hierdoor snel. Ook kan overdracht via de kleding van mensen plaatsvinden, of eigenlijk via alles waar het besmette vocht/snot op is gaan zitten, zoals kleedjes of (reis)manden. De enting voor niesziekte moet de eerste keer na drie weken herhaald worden. Veel dierenartsen adviseren om jaarlijks te vaccineren tegen niesziekte.
Kattenziekte
Kattenziekte is een besmettelijk virus dat wordt overgedragen door direct contact met een besmette kat of via indirect contact bijvoorbeeld door kleding en schoeisel of ander materiaal.
Twee tot zes dagen nadat een gevoelige kat met het virus in aanraking is gekomen wordt het dier lusteloos, krijgt koorts en wil niet meer eten en drinken. Heftig braken en waterdunne (soms bloederige) diarree, komen hierbij vaak voor. Zeker bij jonge kittens leidt dit al snel tot uitdroging en zeker 70-80% van de zieke dieren sterft binnen enkele dagen ondanks een reeds ingestelde behandeling.
Aangezien het virus lang in de omgeving kan overleven en het een zeer agressief virus betreft, is kattenziekte een uiterst besmettelijke en vaak dodelijke ziekte. Kattenziekte kan op alle leeftijden voorkomen, kittens kunnen al in de baarmoeder besmet raken. Echter, vaccinatie tegen kattenziekte veroorzaakt een langdurige en sterke bescherming, waardoor het virus eigenlijk alleen vrij spel heeft bij katten die niet gevaccineerd zijn.
Veel dierenartsen adviseren om elke 3 jaar te enten tegen kattenziekte.
FeLV en FIP
Enten tegen deze ziekten is mogelijk, maar wordt niet standaard gedaan. De effectiviteit ervan staat ter discussie. Vaccineren tegen FIP gebeurt middels de neusdruppelmethode. Voor meer informatie over FeLV en FIP zie de zogenaamde artikelen op deze site.
Rabiës/hondsdolheid
Hondsdolheid is een ernstige, niet behandelbare ziekte, die behalve door honden ook door vossen en vleermuizen kan worden overgebracht.
Deze ziekte is besmettelijk voor mens en dier. Besmette dieren moeten daarom ook, zoals wettelijk is vastgelegd, worden geëuthanaseerd en vernietigd.
In Nederland is niet bekend dat deze ziekte momenteel nog voorkomt, in het buitenland komt hondsdolheid wel nog voor. Als u uw kat meeneemt naar het buitenland is een enting tegen hondsdolheid dan ook verplicht.
Op maat enten, door titeren
Met een vaccinatie wordt een dier gestimuleerd om antistoffen te maken, die beschermen tegen een bepaalde ziekte. Om op maat te kunnen enten kan de dierenarts een titerbepaling uitvoeren. Bij een titerbepaling wordt de hoeveelheid antistoffen in het bloed gemeten, met een zogenaamde snaptest. Boven een bepaalde hoeveelheid antistoffen is er voldoende bescherming en is een volgende vaccinatie (nog) niet nodig.
Titeren is op dit moment mogelijk voor kattenziekte (FPV), niesziekte veroorzaakt door het herpesvirus (FHV) en niesziekte veroorzaakt door het calicivirus (FCV). Een snaptest kan voor enkele ziekten ook aantonen of uw kat ooit in aanraking geweest is met die ziekte. De snaptest voor FIV en FeLV wordt regelmatig gebruikt door dierenartsen.
Titeren is inmiddels voor veel dierenartsen een betrouwbare meting voor niesziekte en kattenziekte en wordt ook steeds vaker geaccepteerd in kattenpensions. Ook voor gevoelige dieren met bijvoorbeeld een auto-immuunziekte, epilepsie, huid- en vachtproblemen, allergieën en dieren die heftig reageren op vaccinaties kan titeren een oplossing zijn.
De meningen van dierenartsen over de betrouwbaarheid van titeren bij katten zijn verdeeld en de inzichten hierover veranderen ook regelmatig.
* Dit artikel is bedoeld om informatie te geven, het vervangt niet de dierenarts.
* Reageren op dit bericht kan op de facebookpagina van Kattendomein.