Urinewegproblemen

Vaak voorkomende urinewegproblemen zijn niet of moeilijk kunnen plassen, of pijn hebben tijdens het plassen. 

Wanneer uw kat last heeft van een blaasprobleem kunt de volgende symptomen waarnemen:
–  Vaak naar de kattenbak gaan.
–  Niet of nauwelijks kunnen plassen, kleine beetjes en druppels plassen.
–  Langdurig persen en soms krijsen of blazen van de pijn.
–  Op andere plaatsen dan in de kattenbak plassen.
–  Bloed in de urine.
–  Lusteloos, slecht eten, soms braken.
–  Veel likken rondom de blaasuitgang.
–  Stinkende urine.
–  Waterige of hele donker gekleurde urine.

Deze symptomen kunt u zien bij een blaasontsteking, maar een verstopping of niet kunnen plassen is zonder verder onderzoek, niet uit te sluiten. Het is belangrijk dat u deze symptomen herkent en direct met uw kat naar de dierenarts gaat. Als de blaas, door verstopping, zijn maximale grootte heeft bereikt, is dit een levensbedreigende situatie. De nieren kunnen hun urine niet meer afvoeren en het bloed niet meer filteren, ook kan de blaas scheuren. Dit leidt tot nierschade, bloedvergiftiging en is dodelijk. Niet of moeilijk kunnen plassen is dus een spoedgeval en dient zo snel mogelijk verholpen te worden, dit geldt voor poezen en katers.

Waardoor kan niet of moeilijk plassen veroorzaakt worden:
Verstopping.
De plasbuis kan bijvoorbeeld verstopt raken t.g.v. blaasgruis, blaassteentjes of een eiwitprop. Blaasgruis ontstaat vaak bij een te hoge pH waarde en wordt gevormd door struviet. Minder vaak is de verstopping een gevolg van oxalaat. Oxalaat ontstaat vaak bij een te lage pH waarde en kan een blaassteen vormen. Een eiwitprop ontstaat als er een blaasontsteking aanwezig is en/of een nierprobleem. Zowel poezen als katers kunnen last hebben van een verstopping, echter bij katers komt het vaker voor. Katers hebben namelijk een nauwe penispunt die eerder verstopt raakt dan de blaasuitgang van een poes.

Blaasgruis of blaassteentjes kunnen ontstaan door:
–  Te weinig drinken en alleen brokken als voeding.
–  Voeding beïnvloedt de zuurgraad van de urine. 
–  Overgewicht.
–  Te weinig beweging.
–  Ophouden van de plas.

Een urineweginfectie
Bacteriën kunnen een urineweginfectie veroorzaken, echter een blaasontsteking bij een kat is vaak steriel d.w.z. dat de ontsteking niet veroorzaakt wordt door bacteriën. Antibioticum geven heeft dan geen zin, een pijnstiller en blaasontspanner kunnen wel verlichting geven.
Te weinig vochtopname kan een oorzaak van een urineweginfectie zijn, veel katten drinken weinig. Door meerdere drinkbakjes op verschillende plaatsen neer te zetten, een drinkfontein en het geven van natvoer kunt u de vochtopname verhogen.
Te weinig plassen kan een oorzaak van een urineweginfectie zijn. Katten kunnen om allerlei redenen hun plas te lang ophouden. Als de urine te lang in de blaas achterblijft verhoogt dit de kans op een blaasontsteking. Enkele redenen van ophouden zijn: een vieze kattenbak, belaagd worden door een andere kat tijdens het kattenbakbezoek, pijn, de bak staat op de verkeerde plaats; in een drukke omgeving , niet graag plassen en poepen op dezelfde bak of de bak delen met een andere kat, de deksel of deurtje van de bak vervelend vinden enz. 
Overgewicht en te weinig beweging kunnen ook een oorzaak zijn van een urineweginfectie. 

Dyssynergie is een aandoening, waardoor een kat niet of moeilijk kan plassen. Het is een functionele stoornis van de blaas. De blaaswand trekt samen, zonder dat de spieren van de ingang van de urinebuis ontspannen, dit komt door een stoornis in de zenuwgeleiding. Als plassen door dit probleem moeilijk gaat, kan er urine achterblijven in de blaas, hetgeen een blaasontsteking kan veroorzaken. Medicatie kan helpen bij dit probleem.

Een idiopathische blaasontsteking is een veel voorkomend blaasprobleem. Idiopathisch is een wetenschappelijke benaming voor: “oorzaak onbekend”. De “diagnose” wordt gesteld door middel van het uitsluiten van andere oorzaken.

Behandeling
Eerst moet de juiste diagnose gesteld worden: blaasontsteking, verstopping, geïrriteerde blaaswand, blaasgruis, blaassteentjes of een ander blaas- of nierprobleem. De dierenarts zal de urine van de kat onderzoeken, de blaas voelen, eventueel bloed afnemen en een foto en/of echo maken van de blaas en nieren. Wanneer er sprake is van een verstopping moet die zo snel mogelijk opgeheven worden, d.m.v. een blaaspunctie en daarna het plaatsen van een katheter, waardoor de blaas leeggemaakt kan worden en gespoeld. Bij een ernstige verstopping kan het noodzakelijk zijn de katheter een paar dagen te laten zitten. Wanneer dit niet afdoende helpt zal er een operatie moeten plaatsvinden; bijvoorbeeld een penisamputatie of een operatie om blaassteentjes te verwijderen. Dieetvoer verkleint de kans op het opnieuw ontstaan van blaasgruis of blaassteentjes, dit dieetvoer hoeft niet altijd levenslang gegeven te worden. Bij de meeste chronische blaas – en nierproblemen is het verstandig om de urine van uw kat regelmatig te laten controleren. Overleg over het wel of niet levenslang geven van blaasgruisvoer voor uw kat.

Een penisamputatie
Bij het regelmatig terugkeren van een verstopping door blaasgruis of een niet op te lossen verstopping, kan een penisamputatie de enige oplossing zijn. Na een penisamputatie is de kans op verstopping door blaasgruis klein, omdat de uitgang voor de urine groter geworden is. Echter blaasontstekingen en andere blaasproblemen worden niet opgelost door een penisamputatie. Tijdens de operatie wordt de nauwe penispunt verwijderd. Na de operatie zal de kat enige tijd een kap of mooncollar (een soort kraag) moeten dragen om likken aan de operatiewond te voorkomen en zal een blaasgruisdieet geadviseerd worden
     
Urine opvangen van uw kat
Bij de dierenarts zijn speciale kattenkorrels te koop die urine niet absorberen, zodat u na het plassen de urine met een pipetje kunt opzuigen. Ook kunt u proberen uw kat in een lege kattenbak te laten plassen. Veel katten vinden het niet prettig om in een kattenbak te plassen die niet de vulling bevat die ze gewend zijn en zullen dan ook niet plassen. Uw kat zal zijn urine nog langer ophouden, hetgeen een urinewegprobleem verergert. Ook als u meerdere katten hebt is dit een probleem, u moet dan de katten scheiden wat stress oplevert en waardoor ze o.a. hun plas kunnen gaan ophouden. Wat vaak beter werkt is de eventuele kap van de kattenbak afhalen, uw kat volgen naar de bak, wachten tot hij in de plashouding gaat zitten en een soeplepel of klein bakje onder de straal houden. Lukt het niet om thuis urine op te vangen, dan kan de dierenarts een blaaspunctie uitvoeren. Dit klinkt misschien pijnlijk, maar dat is het absoluut niet en narcose is niet nodig, de urine is dan ook “vers”. Nadeel van een blaaspunctie kan zijn het bezoek aan de dierenarts, wanneer dat voor uw kat veel stress oplevert, of te weinig urine in de blaas. Niet elke dierenarts beheerst de techniek van een blaaspunctie zonder een overbodige echo te maken, dus is het verstandig vooraf hiernaar te informeren.                 

* Dit artikel is bedoeld om informatie te geven, het vervangt niet de dierenarts.

* Reageren op dit onderwerp kan op de facebookpagina van Kattendomein.

Scroll naar boven