De alvleesklier (pancreas) ligt direct onder de maag in de bocht van de twaalfvingerige darm. De alvleesklier is verantwoordelijk voor het op peil houden van de bloedsuikerspiegel en zorgt voor de vertering van eiwitten, vetten en koolhydraten.
De bloedsuikerspiegel
Wanneer het gedeelte dat verantwoordelijk is voor het produceren van insuline niet goed meer werkt, heeft een kat diabetes (suikerziekte). De meeste katten die diabetes hebben zijn goed te behandelen door een gemotiveerde, geduldige eigenaar en kunnen dan een prima leven leiden. Op deze website vindt u meer informatie over suikerziekte in het artikel genaamd diabetes.
Spijsvertering
In het verteringsgedeelte van de alvleesklier worden enzymen geproduceerd die zorgen voor de vertering van eiwitten, vetten en koolhydraten. Deze enzymen worden opgeslagen in de alvleesklier en bij het passeren van het voedsel aan de twaalfvingerige darm doorgegeven om actief te worden in de dunne darm. Wanneer deze enzymen al actief worden in de alvleesklier, ontstaat er een zeer pijnlijke ontsteking en kunnen er problemen optreden met de vertering. Een alvleesklierontsteking (pancreatitis) kan ook problemen veroorzaken in de andere spijsverteringsorganen zoals de galblaas, lever, maag en darmen (triaditis) en kan een buikvliesontsteking veroorzaken. De pijn kan ook uitstralen naar de rug, waardoor het lijkt dat er sprake is van een probleem in de rug. Het is belangrijk om te weten of de afvoergang van de galblaas en alvleesklier naar de twaalfvingerige darm open is om de alvlees- en galsappen af te voeren.
Symptomen acute pancreatitis:
– buikpijn voor in de buik;
– lusteloos;
– uitstraling naar de rug;
– algehele malaise;
– soms uitdroging;
– kan geel zien;
– niet eten;
– braken;
– diarree;
– afvallen;
– koorts hebben;
– een opgezette buik hebben.
Chronische pancreatitis
Chronische pancreatitis kan een tijdlang met milde klachten aanwezig zijn, afgewisseld met hevige pijnaanvallen. Door een blijvende alvleesklierontsteking neemt de productie van spijsverteringsenzymen af, hierdoor worden vetten niet goed verteerd waardoor er een vettige ontlasting te zien is. De symptomen zijn hetzelfde als bij een acute alvleesklierontsteking, maar kunnen in een mildere vorm voorkomen.
Diagnose stellen
Wanneer de dierenarts vermoedt dat uw kat pancreatitis heeft, wordt er bloed afgenomen voor een zogenaamde fPLI bepaling. Wanneer de uitslag positief is, is de kans erg groot dat uw kat pancreatitis heeft, wanneer de uitslag negatief is zegt dit niets. Het maken van een echo bij een radioloog, kan duidelijkheid geven. Bij een acute alvleesklierontsteking kan de alvleesklier vergroot zijn en drijven in het vocht.
Bij een chronische alvleesklierontsteking kan er een verkleinde, “aangevreten” alvleesklier te zien zijn als die op dat moment niet ontstoken is, ook kan er een vergrote galblaas te zien zijn.
Behandeling:
– Geef een pijnstiller zoals: buprecare / buprenodale of tramadol.
– Pijnstillers uit de groep NSAID’s, verergeren de pijn.
– Tegen misselijkheid en braken kunt u bijvoorbeeld de medicatie cerenia geven.
– Een maagzuurremmer zoals; zitac, zantac of omeprazol, kan helpen.
– Een eetlustopwekker kan een kat die niet eet laten eten.
– Voeding die weinig vet bevat, vermindert de buikpijn.
– Voeding met een hoog percentage eiwitten kan de pijn verergeren.
– Verdeel de voeding in kleine porties en biedt die regelmatig aan.
– Uw kat moet eten, anders moet u gaan dwangvoeren.
– Als dwangvoeren niet lukt, kan de dierenarts een voedingssonde aanbrengen.
– Bij sommige katten helpt het voedingssupplement Zymoral de spijsvertering.
* Dit artikel is bedoeld om informatie te geven, het vervangt niet de dierenarts.
* Reageren op dit onderwerp kan op de facebookpagina van Kattendomein.
