Het gedrag van katten kan veranderen, na het overlijden van een soortgenootje of ander huisdier.
Een kat merkt absoluut dat er een kat of ander huisdier ontbreekt en voelt bovendien het verdriet van de eigenaar. Wanneer een huisdier overlijdt door ziekte, lijkt het alsof de achterblijvende kat het beter begrijpt dan wanneer een huisdier plotseling verdwijnt, door bijvoorbeeld herplaatsing, weglopen of doodgereden worden.
Niet elke kat is in de rouw
Hoe hechter de band tussen de katten of een ander huisdier, des te groter is de kans dat ze van streek raken na de dood van één van hen.
Er zijn ook katten die een positieve gedragsverandering laten zien als hun huisgenootje overlijdt, ze worden bijvoorbeeld liever, of kruipen meer uit hun schulp. Dit komt omdat deze huisdieren elkaar gedoogden en geen dikke maatjes waren. Voor een eigenaar zijn de subtiele (onvriendelijke) signalen die katten elkaar geven niet altijd duidelijk zichtbaar.
Gedragsveranderingen die een rouwende kat kan laten zien:
– Veel miauwen.
– Veel aandacht vragen.
– Verlies van eetlust.
– Geen belangstelling voor de omgeving.
– Staren: lijkt depressief.
– Meer slapen dan normaal.
– Favoriete plek van de overleden kat blijven bezoeken.
– Een buitenkat kan in een groot gebied zijn overleden maatje gaan zoeken.
Wat u kunt doen om uw rouwende kat te helpen:
– Handhaaf het gewone dagritme en probeer veranderingen te voorkomen.
– Geef uw kat extra aandacht door vaker te aaien en te spelen.
– Neem contact op met de dierenarts als hij langer dan een dag niet eet.
Ga er niet vanuit dat elke gedragsverandering die u ziet veroorzaakt wordt door rouw. Uw kat kan namelijk ook een gedragsverandering laten zien wanneer hij een medisch probleem heeft. Neem daarom bij twijfel altijd contact op met uw dierenarts.
* Reageren op dit onderwerp kan op de facebookpagina van Kattendomein.