Angst

Als uw kat een enkele keer, kortdurend angstig is, bijvoorbeeld bij een bezoek aan de dierenarts, is dat zeker niet fijn maar heeft dat geen langdurige gevolgen. Uiteraard kunt u wel proberen het een volgende keer minder angstig te laten zijn.
Langduriger angstig zijn kan hele vervelende gevolgen hebben: het vermindert de levenskwaliteit van de kat en vermindert ook zijn weerstand waardoor hij vatbaarder is voor medische problemen.
Plotseling veranderend gedrag is altijd een reden om naar de dierenarts te gaan om een medisch probleem uit te sluiten of te behandelen.

Symptomen die een angstige kat kan laten zien:
– grote pupillen;
– openstaande vacht;
– sluipen;
– snorharen naar achteren;
– oren naar achteren;
– pootje heffen;
– voortdurend verstoppen;
– extreem veel wassen;
– voortdurend alert zijn;
– defensief/agressief gedrag zoals: grommen en blazen.

Enkele voorbeelden van de gevolgen van angst:
– onzindelijkheid
– blaasontsteking
– agressiviteit naar mensen en soortgenoten
– sproeien
– verstoppen

Tips om de angst voor de dierenarts verminderen:
– Plaats het reismandje altijd open in de omgeving van de kat.
– Laat uw kat met de dierenarts kennis maken, zonder onderzoek/behandeling.
– Sommige katten vinden het fijn als er een doek over het reismandje ligt.
– Sommige katten verstoppen zich graag onder een doek in het reismandje.

Tips om een kat die bang is voor mensen te helpen:
– Geef uw kat een open doos met kijkgaten als verstopplaats.
– Laat contact maken aan de kat over.
– Speel op afstand met hem, gebruik bijv. een hengeltje dat u daarna opbergt.
– Speel niet met uw handen en voeten, dat voorkomt krab- en bijtwonden.
– Vermijd oogcontact, ga bijv. met uw rug naar de kat toe op de grond zitten.
– Sommige katten worden rustig van valeriaankruid.
– Geef kattensnoepjes, eerst op afstand en ga dan steeds een stukje dichterbij.
– Geef op vaste tijden eten en speel op vaste tijden met hem.

Tips om een (nieuwe) kat te helpen die bang is voor soortgenoten:
– Zorg voor voldoende, veilige, ook hoge verstopplekken.
– Wissel dekentjes waarop de katten gelegen hebben.
– Zorg dat de katten voldoende ruimte; aparte kamers, tot hun beschikking hebben.
– Zorg voor voldoende kattenbakken.
– Laat de katten niet dichtbij elkaar eten.
– Sommige katten hebben een langzame introductie nodig.

* Dit artikel is bedoeld als informatie, het vervangt niet de dierenarts.

* Reageren op dit onderwerp kan op de facebookpagina van Kattendomein.

Scroll naar boven